Skip to main content

Docent Cursey James: ‘Ieder kind verdient rust en regelmaat’

Cursey James zit al tien jaar in het onderwijs. De eerste acht jaar op Zuid en nu sinds kort in Capelle. Cursey is docent Zorg en Welzijn, en daarnaast mentor en vakgroepshoofd. Ze heeft pedagogiek gestudeerd en is intrinsiek gemotiveerd om in de opvoeding ondersteuning aan jongeren te bieden. Zo maakt Cursey korte video’s waarin ze uitlegt hoe docenten om kunnen gaan met oplopende spanning onder én tussen leerlingen.

Invloed pandemie

Volgens Cursey (en volgens veel wetenschappelijke onderzoeken, bijvoorbeeld van het Nederlands Jeugdinstituut) heeft de coronacrisis op het welzijn van jongeren ingehakt. Twee jaar is voor jongeren een relatief veel groter deel van het leven dan voor ouderen. Dat uit zich in het klaslokaal: ‘Jongeren zijn sneller overprikkeld dan vroeger, krijgen eerder ruzie om hele kleine dingen – zoals elkaar verkeerd of te lang aankijken.’ Volgens Cursey is het daarom van belang dat docenten begrijpen dat er twee soorten spanning zijn. Om er goed op te kunnen reageren is het belangrijk dat docenten die verschillende soorten herkennen.

Soorten spanning

‘Je hebt spanning uit frustratie: een leerling heeft ruzie gehad thuis, heeft honger, het is nog vroeg, het regende op de fiets, etc. Belangrijk bij deze vorm van spanning is dat je als docent luistert en begrip toont, maar dat je het wel duidelijk afkeurt. De andere vorm van spanning is instrumentele spanning. Deze spanning uit een leerling omdat hij of zij er iets mee wil bereiken, zoals het niet willen inleveren van de telefoon of moeten nablijven. Instrumentele spanning is voorspelbaar. Dat roept bij de docent al snel herkenning op: ‘Oh ja, daar gaan we weer. Het is ochtend dus die gaat ruzie zoeken, of geeft een grote mond als ik er iets van zeg.’ Leerlingen zoeken vaak excuses in dingen die weken geleden speelden, of wijzen naar anderen om de afleiding van zichzelf af te leiden. Daarom is een goede reactie van de docent op instrumentele spanning streng, direct afkeuren en de mogelijkheid bieden om af te koelen. ‘We hebben het nu over jou, en over het hier en nu.’ Spanning uit frustratie is juist onvoorspelbaar: ‘Wat is er vandaag opeens met die leerling aan de hand?’ Er zit een diepere laag onder.’

Werkwijzer voor docenten

Daarom ontwikkelde Onderwijs010 en andere partners uit het onderwijs en de veiligheid een werkwijzer die docenten kunnen gebruiken als ze te maken krijgen met agressie of wapenbezit in de klas. Daarin staat ook hoe docenten goed kunnen samenwerken met ouders om er iets tegen te doen. Bekijk de werkwijzer hieronder of op https://onderwijs010.nl/werkwijzer-agressie-en-wapenbezit-in-de-klas/.

Tekst loopt door onder de afbeelding

 

werkwijzer agressie en wapenbezit in de klas

Grenzen respecteren

Sinds corona komen jongeren steeds vaker al in spanningsfase 1 de klas binnen. Cursey: ‘Jongeren weten minder goed hoe het is om elkaars grenzen te respecteren. Het is ook niet niks: na twee jaar vrijwel alleen online les en binnen zitten, naar opeens weer alles open. Dit was voor hen echt een cultuurshock. Corona heeft daarbij ook thuis veel aangewakkerd, problemen en demonen die voorheen onder het oppervlak bleven, kwamen opeens omhoog. Dat nemen kinderen mee de klas in. Je merkte echt dat ze even niet meer wisten wat ze moesten doen. Dat is nu wel aan het bijtrekken, maar het heeft tijd nodig.’ En daar helpt Cursey graag bij.

Aandacht voor gesprek

Haar belangrijkste overtuiging: het gesprek aangaan met de leerlingen. Dat gebeurt wel, maar nog te weinig. ‘Aan het begin van het schooljaar spreken we veel met elkaar over allerlei thema’s: Wat is veiligheid? Wat is vriendschap? De rest van het jaar hebben wij docenten het heel druk met examens en lesgeven, dus dan gaat de aandacht al snel daar naar uit. Maar tussendoor meer aandacht aan dit soort gesprekken geven, het meer naar de voorgrond brengen op een schooldag, zou veel verschil maken.’

Schoolbrede aanpak

Curseys doel is uiteindelijk om meer school breed te doen, want daar vallen genoeg dingen te winnen. ‘Oog voor het kind van nu is belangrijk. Kinderen van nu zijn heel andere kinderen dan vroeger, in de tijd van de gemiddelde docent. Je moet niet alles toelaten, je moet niet te soft zijn, maar de manier waarop je iemand corrigeert kan beter. De tijd verandert zo snel. Ik wil graag rust en regelmaat in het leven van de leerlingen brengen. Uiteindelijk besteden ze toch een heel groot deel van de week op school. Daarom moeten afspraken helder zijn, het lesrooster duidelijk, niet te veel veranderingen – daar worden leerlingen onrustig van. Minder prikkels betekent minder snel een gespannen reactie en agressie. Wij weten niet wat er thuis of buiten school gebeurt, laten wij dan voorspelbaar, rein en liefdevol zijn. Dat verdient ieder kind.’