Skip to main content

Het gonst in de Maassilo in Rotterdam. Honderden jongeren tussen de twaalf en twintig jaar oud eten samen pizza. Ze keten en doen gek, praten met elkaar over school, over de dag en de week. Over de toekomst. Hier zie je de afspiegeling van de Rotterdamse samenleving, de Rotterdamse toekomst. De energie spat van de jongeren af. De jongeren kwamen op 10 mei speciaal naar de Maassilo om hun held – rapper Ice – het hemd van het lijf te vragen.

Ook de jongerenwerkers van Jongerenwerk Op Zuid (Stichting JOZ) hebben het naar hun zin. Zij hebben de meer dan tweehonderd jongeren geworven voor deze avond. Jongerenwerker Renato vertelt dat ze voornamelijk langs de scholen zijn gegaan, de jongeren hebben geappt en gebeld en hebben laten weten dat je er vanavond echt bij moet zijn – voor jezelf. “Het is prachtig werk om te doen. Uitdagend ook. Zeker om ál die jongeren hier bij elkaar te krijgen”, lacht hij. Het is goed gelukt. De grijze vesten van JOZ vallen – ondanks de onopvallende kleur – flink op. De jeugd is op hun beurt vrijwel zonder uitzondering gekleed in trainingspakken met heuptasjes – zoals hun helden dat ook doen. Zo ook de grote man om wie het draait vanavond; Ice, ook wel bekend als Tonnano uit de hitserie Mocro maffia.

Banenmarkt

Maar voor het zover is vindt er eerst een heuse banenmarkt plaats in de kleine zaal. Jongeren kunnen hier rondlopen en informatie inwinnen over mogelijke paden die ze zouden kunnen bewandelen in de toekomst. Een van die jongeren is met z’n oom, die voor JOZ werkt, meegekomen. Hij wil acteur worden en speelt zelfs al in een serie. Hij wil het maken in Amerika en Ice is zijn voorbeeld. Of hij vragen gaat stellen weet hij nog niet. “Maar ik denk wel dat ik veel zal leren vandaag.” Het is belangrijk dat dit soort avonden worden georganiseerd, volgens hem, want hij ziet veel jongeren om zich heen die met drill en de cultuur eromheen te maken hebben. “We moeten voorzichtig zijn, goed voor elkaar zorgen. Er zit heel veel talent onder mijn vrienden, maar misschien haalt niet iedereen het eruit door invloeden van buitenaf.” Een duidelijk doel hebben helpt daarbij, volgens hem. Maar ook avonden als vanavond.

Aanwezig op de banenmarkt zijn ook de jongens van T.O.G. (Training Of Greatness): zij helpen jongeren door middel van trainingen om hun doelen scherp te stellen en een stappenplan op te zetten. Daarmee gaan ze naar scholen en hbo’s toe, om jongeren daarbij te helpen. “Uiteindelijk zit in ieder mens een oerinstinct om er iets van te maken, maar de omgeving is soms een groot obstakel. Wij reiken jongeren tools aan om daarmee om te gaan.”, aldus oprichter Raoef Khadjé. Aan een andere tafel is een hele studio opgezet: het is de mobiele studio van Quardin. Het platform voor talentontwikkeling biedt met de studio kansen voor jongeren die niet zo snel met een professionele studio in aanraking komen. Ook maakt fotograaf Mark Bolk op de banenmarkt foto’s voor #ShanksDown, de jongerencampagne van Geweldig Rotterdam.

In gesprek met Ice

Maar de jongeren zijn toch vooral gekomen voor de hoofdact van vanavond. De grote zaal, die is opgesteld als een soort arena, zit dan ook tjokvol. In het midden van het podium zit de inmiddels toch wel legendarische Rotterdammer Aloali Kananpour van Stichting Confro. Hij zal Mocro maffia-ster Ice helpen zijn hart open te stellen voor de aanwezige jongeren.

Eerst is er een introductierondje met een zogeheten catch box – een microfoon in een zachte kubus die kan worden rondgegooid. Jongere Sadem krijgt hem als eerste toegeworpen: hij is muzikant: “Binnenkort komen er gekke dingen aan, we gaan de scène overnemen.” Mehmet geeft een shoutout naar z’n mama en iedereen die hier is, al schreeuwend door de microfoon. En dan is het zover, de telefoons met flits vliegen uit alle zakken, er wordt gefilmd en geschreeuwd, de naam Ice wordt gescandeerd. “Ewa leeuwtjes en leeuwinnetjes, hoe gaat het met jullie?”, roept Ice. “Goed!!!”, schreeuwt de zaal. De energie is elektrisch, misschien iets té. Wat goed te begrijpen is natuurlijk, met zoveel opgewonden jongeren in de zaal. Gelukkig is daar Aloali, die vaker met dergelijke bijltjes heeft gehakt. Kalmerend telt hij terug van 5 naar 1, de zaal wordt rustiger en het gesprek kan beginnen.

IJscoman

Ice neemt ons mee naar zijn jeugd, waarbij Aloali hem vraagt naar zijn ervaringen op school en zijn rolmodellen. Ice, die naar eigen zeggen een vervelende leerling was op het Wolfert, merkt op dat hij op straat kon zeggen wat hij wilde zonder dat mensen geshockeerd waren, “want zo gaat dat in Delfshaven”, maar dat dat op school heel anders was. Daarom had hij moeite. Ondanks de druk van zijn ouders om de theoretische VMBO-opleiding af te maken, haalde hij niet zulke hoge cijfers. Maar gelukkig was er zijn economieleraar, die vaak uitsprak dat hij vertrouwen had in de jonge Ice, die vond dat hij potentie had. Dat hielp hem enorm, “Gewoon iemand die zegt dat je het kan.” Maar de vader van Ice was en is zijn grootste rolmodel, een man die op zijn 25e alleen vanuit Marokko naar Nederland kwam en Ice zijn echte naam én artiestennaam gaf. De naam “Ice” is namelijk afgeleid van het beroep van zijn vader: ijscoman.

Dan is het tijd voor een vragenvuurtje, met stellingen. Gevraagd naar de mooiste stad van Nederland, antwoordt Ice vol overtuiging “Rotterdam”, waarop de hele zaal enthousiast reageert. Op de vraag of hij Mark Rutte of Geert Wilders verkiest, antwoordt Ice dat hij geen van beide kiest, wat opnieuw enthousiaste reacties uit de zaal oplevert. En of hij liever acteert of rapt, zegt hij dat als hij al het geld van de wereld had, hij zou kiezen voor acteren. De belangrijkste vraag: Versace of C&A? “100% C&A. Waarom zou je stunten met Louboutins? Kom mij niet vertellen dat je shirt duurder is dan de huur van mijn huis!” Ice gaat verder, want dit onderwerp gaat hem duidelijk aan het hart: “Ik vind het eng hoe de maatschappij beweegt. Jonge mensen, jullie leeftijd, streven naar materiaal, naar dingen, spulletjes. Ik vind dat storend. Je bent aan het trippen alsof je een klein kind bent. Dat is niet belangrijk, die waggie (auto, red.) is niks! Schoenen van 900 euro, dat is drie keer een sociale huurwoning. Het loopt echt uit de hand. Als je nou een of andere fashionista bent en je wil de modewereld in, okay, dan snap ik het nog ergens. Maar de meesten willen dat niet, die willen gewoon lauw zijn. Dat is gewoon jammer, want jullie werken hier in Rotterdam, geven dat geld uit, maar vergeten dat dat geld niet hier blijft hè; een willekeurige gozer uit Italië van Gucci of Versace krijgt jouw geld, terwijl jij er hard voor werkt. Dat kan toch niet. Zorg ervoor dat je die man bent die dat geld krijgt! Kom op, man!” Een jongen genaamd Ibrahim vraagt hoeveel de Cartier-bril kost die in de film gedragen wordt. Ice legt uit dat alles in de film nep is, inclusief de bril en de kleding. “Dit bedoel ik! Geloof niet alles wat je ziet.”

Advies

Aloali vraagt aan Ice of hij advies heeft voor de aanwezige jongeren. “Dat vind ik moeilijk, man. Moet ik politiek correct of echt antwoorden?” Echt, natuurlijk. “Okay. Kijk, ik wil geen dromen kapot maken, maar deze rapwereld en alles wat eromheen draait is nep. Daardoor wordt het ook eng. Je kan het jarenlang proberen, al je tijd erin stoppen en niks verdienen. Maar als je geld gaat verdienen, is het vaak in een keer zóveel, dat je opeens andere mensen om je heen krijgt. Je weet echt niet wat op je afkomt, zeker voor jonge mensen zoals jullie. Als je muziek maakt als hobby; wollah, doe het, ga er vol in. Jezelf creatief uiten is altijd goed. Maar als je enkel succes wil hebben en er eigenlijk niet helemaal achter staat, dan moet je het niet doen. Ik snap dat dat voor jullie moeilijk te begrijpen is, maar ik ben al door heengegaan. Bedenk gewoon voor jezelf: 9,8 van de 10 halen het niet als rapper, dus ga creatief zijn wat je wil en ga doen wat je wil, maar zet niet je hele leven in het teken ervan. Geniet ook van het heden.”

Iemand uit het publiek vraagt hoe het is om op de set van Mocro Maffia te staan, waarop Ice antwoordt dat hij het heel spannend vindt. En ook: “ik voel me schuldig als ik deze jonkies zie en Mocro Maffia kijken. Je moet oud genoeg zijn om te beseffen dat het fictie is, die wereld is gemeen, hard, pijnlijk. En vooral: niet de waarheid. Criminelen springen over kogels heen in die serie, in het echt gebeurt dat niet hoor. Die wereld is écht gemeen. Blijf daar alsjeblieft ver van weg.” Een bruggetje met het onderwerp van vanavond en van de Shanks Down campagne is hiermee niet ver weg: messengeweld.

De harde realiteit

Het publiek krijgt witte en groene papiertjes in de handen gedrukt. Wit betekent nee, groen is ja. Ali poneert stellingen, waarop het publiek en Ice reageren:

Wie heeft er te maken met wapengeweld? “Tuurlijk”, wordt er geroepen en inderdaad, bijna iedereen steekt het groene papiertje in de lucht.

Als je vriend met een mes bedreigd wordt, wie zou er dan met hem meegaan? Bijna iedereen groen. Vertel je dat ook eerlijk aan je ouders? Iedereen wit.

Maar als je zelf vader of moeder zou zijn, zou je dan willen dat je kind het aan jou zou vertellen? Iedereen groen.

“Als je zelf wilt dat jouw kind dit soort dingen aan je vertelt, waarom zou je het dan niet aan je ouders vertellen?”, vraagt Ali aan een jongen in een wit trainingspak. Die zegt dat hij niet wil dat zijn moeder zich zorgen maakt. “Ik wil haar tranen niet zien.” En een ander: “Mijn ouders gaan de politie bellen, daar heb ik geen zin in.”

Ice is er even stil van, maar krijgt dan weer energie: “Natuurlijk zou ik het wel vertellen, want als iemand je bedreigt moet je de politie bellen. Als iemand mij een bericht gaat sturen met bedreigingen, denk je dat ik daar tijd voor heb? Wanneer ik hoor dat buurt A ruzie heeft met buurt C, denk ik echt, zijn jullie gek ofzo? Dat kan toch niet? Mensen die dat soort dingen doen willen geen kinderen, geen gezin, geen baan, geen toekomst. Hallo: het is geen Londen hier, wij zijn nuchter. Rotterdam is een paradijs voor die Londenaren hè, als zij hiernaar toe komen slaan ze steil achterover. Het ziet er niet uit daar, hier hebben we schone stoepen alles, daar is het pas écht ghetto.”

Een volgende stelling van Aloali: Je bent veiliger met een mes. Aarzelend gaan er een paar handen omhoog. Ice zegt dat dit niet waar is. “Als je een wapen bij je draagt, betekent dat dat je van plan bent om het ergens te gebruiken. Ik kom uit Delfshaven en volgens het AD is dat de slechtste wijk ter wereld. Maar het is echt niet nodig om daar met een mes rond te lopen, hoor. Dat is echt bullshit.”

Voel je je veilig op straat? Weinig handen. Voel je je veilig op school? Veel handen.
Wie kent iemand die altijd een mes bij zich heeft? Iedereen. Ice grijpt in: “Dat zijn geen goede mensen, hè. Alleen als je op de koksschool zit is het normaal om een mes bij je hebben.” Wie kent iemand die slachtoffer is geworden van geweld? Ongeveer twintig handen gaan omhoog. De beste vriend van een jongen uit het publiek is in zijn borst neergeschoten, met drie kogels. “Zijn moeder belde mij met het nieuws dat hij was overleden”, zegt de jongen met neergeslagen ogen. Zijn vrienden leggen armen om hem heen. De groep is duidelijk aangedaan, en door het voorval nog getraumatiseerd. Ice: “Hier kun je geen grappen over maken, dit is de harde realiteit. Luister: op dit moment, terwijl we dit zeggen, wordt het hier al stil. Laat staan wat er in die echte situatie is gebeurd. Bij die familie, alles eromheen, zelfs bij de dader. Alles raakt ontregeld, broer. We realiseren ons dat niet.”

Een onrustige zaal vol ontzag en liefde

Op de vraag of hij zelf ooit een wapen heeft gedragen reageert Ice ontkennend. “Ik heb nog nooit een situatie meegemaakt waarin ik me onveilig voelde. Maar zelfs als dat zo zou zijn: we moeten het echt niet normaal vinden om een wapen te dragen. We wonen allemaal in de moeilijkste wijken van Nederland, we hebben allemaal een moeilijke jeugd, maar veilig rondlopen kan écht. Vergis je niet. Als het lot toeslaat, kun je er niets aan doen – maar sommige dingen kun je vermijden. Als je je met drugs bezighoudt of je met foute mensen omringt, is de kans groter dat je met wapens te maken krijgt. Dat is logisch, dus doe het niet. Het is echt belachelijk, stoer doen met een wapen, dat is echt laag. Zo kinderachtig.”

Toch heeft hij zeker wel begrip voor de situatie waarin jongeren van nu zitten. “Sociale media zijn eng: ik ga jullie zeggen, jullie groeien in een vreemde wereld op. Jullie concentratie is maximaal vier seconden, jullie zien de gekste dingen voorbijkomen en worden er langzamerhand immuun voor. Gekke dingen, gewelddadige dingen, worden steeds normaler, waardoor die het allemaal ook steeds gekker wordt.”

Een jongen, maximaal een jaar of twaalf, fluistert “Ice, ik hou van je.” En vervolgens: “wat zou je adviseren aan kinderen om zoals jij te worden?” Ice is zichtbaar geëmotioneerd: “Je moet jezelf blijven, naar je moeder luisteren. Laat je niet gek maken, laat je niet beïnvloeden, ah leeuwtje, laat je niet gek maken.”

De avond is ondertussen een paar uur onderweg en de jongeren zijn zichtbaar onrustig. Sommigen staan op en lopen weg, “even roken”, anderen beginnen met elkaar te praten en te keten. Ice vraagt of iemand ooit wel eens een film heeft afgekeken. Hij moet eigenlijk TikTok-video’s van dertig seconden maken, grapt hij, “daar kunnen jullie je wel op focussen.” De zaal moet lachen. De onrust in de zaal is op die leeftijd natuurlijk niet zo gek, maar Ice stelt wel terecht de vraag: “Wie weg wilt, gaat weg: ga dan nu, maar als je niet gaat, blijf je zitten. Ewa, denk je dat ze dit voor ons organiseerden toen ik vijftien was? Ben je gek! Je komt hier voor pizza en je bent weer weg, dat kan toch niet. Blijf zitten.” Iedereen blijft: het toont de mate van respect en ontzag die de aanwezige jongeren voor hun held hebben.

Recht je rug, kies een doel en houd je eraan. Winnen is winnen.
Nadat de zaal weer wat rustiger is, stelt een meisje de mooie vraag of Ice wel eens dankbaar is. “Elke seconde! Elke dag. Dankbaar voor de mensen die me hebben geholpen, dankbaar voor mijn familie. Ik weet niet of ik er morgen nog ben, dus elke dag is een zegening. Dankbaar dat ik wakker mag worden, doen wat ik wil, dat ik m’n ouders mag helpen, dat ik hier met jullie zit nu. Een jongen genaamd Brian vraagt hoe de dag van Ice was. “Druk. Maar goed. Zoals elke dag. Een mooie, drukke dag. En hoe was de jouwe, kleine strijder?” “Ik had een toets vandaag, zegt Brian. En ik heb een 5,5 gehaald!” De hele zaal klapt en juicht. Ice reageert lachend: “Lekker man! Ewa ja, winnen is winnen!”

Een ander vraagt: Wat zou je zeggen tegen iemand die niet weet wat hij wil worden, zonder doel, roekeloos? “Jullie zitten in de meest verwarrende maatschappij die ik ooit heb gezien. Maar tegelijkertijd is het ook heel makkelijk om te doen wat je wil; je hebt hier veel kansen hè, je mag alles doen wat je wil hè. Als je dan roekeloos bent, verpruts je het voor jezelf. En als een vriend van je zo in het leven staat: probeer die jongen te overtuigen dat ie het wel kan maken en het wel in zich heeft. Ben met elkaar bezig!

Weer een ander vraagt hoe je zware momenten overwint. “Veel bidden. Het leven gaat hoe het moet gaan. Dingen gebeuren met een reden. Recht blijven, rug rechten, een doel kiezen en dat proberen aan te houden. Het beste advies wat ik kan geven is dat je vertrouwen moet hebben in je zelf en altijd jezelf moet zijn. Als ik in de spiegel kijk overschat ik mezelf keer duizend, altijd. Maar jezelf zelfverzekerdheid aanpraten, dat werkt. Als je ruzie hebt kan je elkaar overhoopsteken, maar diep in je hart weet je, je kan jezelf in de ander verplaatsen. En als je dat doet, dan ben je echt jezelf.”

De zaal geeft een daverend applaus. De avond is voorbij, iedereen is moe en voldaan. De jongeren hervinden echter wat energie en stuiven met z’n allen op Ice af. Foto’s, Snapchats, video’s – Ice is nog niet klaar vanavond. Zijn kenmerkende lach buldert door de zaal. “Dat was echt een hele mooie avond. Nu maar hopen dat ze er iets van hebben opgestoken – dat moet toch wel?”, grapt Ice nog maar eens tijdens het napraten.

 

Fotografie: Rhalda Jansen