Skip to main content

Begin dit jaar sprak journalist Jonasz Dekkers met politici bij het Benelux-Parlement, een samenwerkingsverband tussen de verschillende parlementen van België, Nederland en Luxemburg. De aanleiding was zijn stuk in NRC: “Legalisering? Kind in arme wijk blijft prooi”. In Brussel sprak Jonasz over drugscriminaliteit, ongelijkheid en het belang van jongerenwerk. Hij nam daarbij geen blad voor de mond: “We moeten jongeren gaan zien als slachtoffers van een systeem dat ongelijkheid in stand houdt”.

Oog voor jongeren en ongelijkheid

Na het afronden van de studies filosofie, politicologie en psychologie begon Jonasz zijn carrière bij Geweldig Rotterdam. Tegenwoordig is hij onder meer werkzaam als journalist bij NRC: “Het overkoepelende thema waar ik over schrijf is ongelijkheid en (jeugd)cultuur, grootstedelijke cultuur, muziek en sociale media.”
Waar komt die betrokkenheid met jongeren en jeugdproblematiek vandaan? Jonasz: “In Overschie zat ik op de basisschool met kinderen van allerlei verschillende achtergronden. Dat de wereld er niet overal zo uitziet ontdekte ik toen ik overstapte naar een middelbare school in het centrum. Dat was een hele witte school. Daar zag ik in dat veel mensen opgroeien in een soort bubbel; ze krijgen weinig mee van mensen met een andere achtergrond. En juist die mensen komen later in posities om beleid te maken. Komen vaak terecht in de wereld van wetgeving, rechtspraak en journalistiek. Ik ook. Maar vanwege mijn achtergrond sta ik met één been in beide werelden. En zo hoop ik er op mijn manier een bijdrage aan te kunnen leveren.”

Andere leefwereld

“In mijn tijd bij Geweldig Rotterdam is mijn interesse in grootstedelijke problematiek gegroeid. In de krant zie ik hoe jongeren gecriminaliseerd worden. Maar ik heb met ze gesproken; ik weet waar ze mee te maken krijgen. Dat heeft me geïnspireerd om vanuit de jongeren te denken, in plaats van vanuit wetgeving of beleidsmakers.”
In een column schreef Jonasz over jonge drugsuithalers in de haven. Dit was de aanleiding voor zijn uitnodiging om in Brussel de commissievergadering van Justitie en Veiligheid in te leiden. Jonasz: “Een bizarre ervaring. Ik kreeg de kans om mijn visie te delen met Eerste en Tweede Kamerleden. Mijn doel was hen te laten inzien dat onze leefwereld zo anders is dan die van die jongeren. Dat de brug naar criminaliteit niet op zichzelf staat. Het is een uiting van een diepliggend probleem, van sociale ongelijkheid en multiproblematiek. Relatief vaak komen ze uit een eenoudergezin. Woonden ze met veel broertjes en zusjes in een klein huis. Groeien ze op in armoede. Ze zoeken een uitweg.”

Bewustwording in de politiek

Jonasz’ pleidooi leidde tot waardevolle inzichten onder de aanwezigen. “Iedereen luisterde geboeid en er werden veel vragen gesteld. Achteraf sprak ik een oud-officier van justitie die nu voor de ChristenUnie in de Eerste Kamer zit. Hij heeft zijn hele carrière op die jongens gejaagd. Hij vertelde dat hij vanwege ons gesprek een andere invalshoek heeft gekregen.”
Toch is er volgens Jonasz nog een flinke slag te slaan. “Het was fijn om te zien dat mijn aanwezigheid zorgde voor inzichten. Tegelijkertijd is het bitterzoet om te merken dat mijn verhaal voor veel aanwezigen nieuw was. Dat ze zich niet bewust zijn wat er speelt bij deze jongeren. En dat is het probleem. Empathie en begrip kunnen moeilijk ontstaan als de ander heel ver van je af staat, als je de ander niet kent.”

Het belang van jongerenwerk

Jongerenwerkers en buurthuizen spelen volgens Jonasz een belangrijke rol bij preventie van jeugdcriminaliteit. Jonasz: “In buurthuizen komen al die gasten bij elkaar. Jongeren komen daar om te hangen, om een potje Playstation te spelen. De jongerenwerkers zijn er, mensen met een pedagogische opleiding. Zij houden de jongeren op een positieve manier in de gaten. Jongerenwerkers zijn eigenlijk gewoon een soort oudere broers. Ze komen zelf uit die wijken. Kennen alles en iedereen. Ze weten hoe ze die jongens moeten aanspreken. Ze hebben nu ook allemaal Snapchat en Instagram, dus hebben ook zicht op de online wereld waarin de jongeren leven.”
In plaats van harder straffen moeten beleidsmakers zich meer richten op preventie, zegt Jonasz. “Anders is het dweilen met de kraan open. We moeten die kraan dichtdraaien. Investeren in meer sociale zekerheid, veiligheid en cohesie. We moeten werken naar een mentaliteitsverandering. Die jongeren zijn geen criminelen, ze zijn slachtoffers van een systeem dat ongelijkheid in stand houdt.”

 

Dit interview stond in de Geweldig Rotterdam nieuwsbrief van april 2024. Niks meer missen? Meld je aan voor de nieuwsbrief.